De gegevens van de in Nederland’s Patriciaat opgenomen families zijn uitgewerkt in genealogieën. Een genealogie is een stamboomoverzicht waarbij de wettige nakomelingen in mannelijke lijn worden gevolgd: de dragers van de familienaam. Voor de genealogieën in het NP zijn de selectiecriteria iets verruimd. Er worden bijvoorbeeld ook gegevens opgenomen van wettige nakomelingen waarbij de familienaam in vrouwelijke lijn is doorgegeven, of van onwettige nakomelingen die de familienaam dragen. Bovendien worden, waar vroeger alleen huwelijken en geregistreerde partnerschappen werden vermeld, tegenwoordig ook niet-officieel geregistreerde relaties opgenomen, wanneer de betrokkenen dat wensen.
De meeste genealogieën worden voorafgegaan door een stamreeks. Dat is een overzicht van iemands voorouders in de rechte mannelijke lijn. Veelal wordt gekozen voor een zogeheten ‘aangeklede stamreeks’. Daarbij worden eventuele broers en zusters wel vermeld, maar wordt hun nageslacht niet uitgewerkt. Aan het begin van ieder overzicht wordt aangegeven bij welke generatie de stamreeks overgaat in de genealogie.
In de stamreeks en de genealogie worden de kinderen in een gezin genummerd met Arabische cijfers (1, 2, 3 enz.). Daarnaast krijgen de opeenvolgende generaties in hun geheel een Romeins cijfer (I, II, III enz.). In de genealogie wordt daar voor het onderscheid tussen broers ook nog een letter uit het alfabet aan toegevoegd (beginnend bij a, en oplopend zover als nodig is). Een ouderpaar in de genealogie kan namelijk meerdere zonen met nakomelingen hebben. Die moeten allemaal worden uitgewerkt. Behoort het ouderpaar zelf tot de derde generatie, en hebben zij drie zoons met nakomelingen, dan krijgt de oudste daarvan nummer IVa, de middelste IVb en de jongste IVc.
Soms is een genealogie zo groot of complex, dat er een extra onderscheid moet worden aangebracht. Dat gebeurt via het toekennen van hoofdletters aan bepaalde staken, beginnend bij de letter A. Indien noodzakelijk kan deze onderverdeling verder worden verfijnd (AA, AB, AC, enz.).
In tegenstelling tot de stamreeks wordt de genealogie niet per generatie, maar staaksgewijs uitgewerkt. Uitgaande van het eerdergenoemde ouderpaar en hun drie zonen wordt dan eerst een overzicht gegeven van de nakomelingen van de oudste zoon. Dat is de eerste staak of tak. Daarna zijn de nakomelingen van de middelste zoon aan de beurt, en tot slot die van de jongste.
Bij het uitwerken van de stamreeks en genealogie wordt geprobeerd om een veelheid aan gegevens over de betreffende personen en hun maatschappelijke loopbanen op te nemen:
Deze gegevens worden uitgewerkt voor zowel de leden van de beschreven familie (de naamdragers), als voor hun eventuele partners. Ook worden bij de partners de volledige namen van de ouders vermeld.
Gegevens krijgen alleen een plek wanneer zij bewezen juist zijn. Ontbreekt dat bewijs, maar zijn de gegevens wel relevant, dan worden zij tussen vierkante teksthaken [ ] geplaatst.
Bij de verwerking van de informatie is het gebruikelijk om bepaalde gegevens verkort weer te geven. In het NP worden de volgende afkortingen en symbolen gebruikt:
Ten behoeve van niet-Nederlandstalige lezers is een lijst opgesteld met de Engelse vertaling van termen en afkortingen die in de Blauwe boekjes regelmatig worden gebruikt. Klik hier om deze lijst te downloaden.