Klik op een deeltje voor de volledige inhoudsopgave
De oudst bekende stamvader van deze gereformeerde familie was afkomstig van de vesting Schenkenschanz (hertogdom Kleef), toen hij in 1645 burger werd van de nabijgelegen stad Kleef. Hier werd hij, evenals later een zoon, lid van de magistraat. De hierboven genoemde Johann Conrad Engelbronner (IVa, 1729-1817), een kleinzoon van de laatste, bracht het onder meer tot hoogleraar, hofraad en hofmeester van een prins, en geheime Legationsrat bij het hertogelijk hof van Sachsen-Gotha. In 1800 werd hij verheven in de Rijksadelstand.
Diens broer Carl Clemens Elias Engelbronner (IVb, 1736-1802) had zich inmiddels als koopman gevestigd in Amsterdam. Diens nazaten (de takken AA en AB), die zich d’Engelbronner noemden en schreven, waren actief in een verscheidenheid aan beroepen, waaronder in de rechterlijke macht en als officieren in het leger.
Een in 1992 uitgestorven subtakje van AA, dat zich via de Verenigde Staten in Engeland vestigde, noemde en schreef zich d’Aubigny d’Engelbronner.
Van Wolter Engelbronner (IIb, omstr. 1650 - voor 1691) stamt een in 1881 uitgestorven tak B, waarvan telgen hun familienaam verkortten tot Engelbronn. Hieronder waren twee generaties richter en landschrijver van de hoge heerlijkheid Lichtenberg onder Silvolde.
Gevierendeeld: I geschuinbalkt in zes stukken van blauw en goud en een rode kwartierzoom beladen met acht zilveren vierbladen (3,2,3); II in blauw een gouden keper, vergezeld boven van twee zespuntige zilveren sterren en onder van een uit een zilveren water oprijzende rode burcht; III in goud een golvende schuinbalk van natuurlijk water; IV in rood een spuitende gouden fontein. Helm gekroond. Helmteken: een uitkomende engel met zilveren vleugels, gekleed in een rode tunica, zilver gekroond, met in beide handen een zilveren scepter, de toppen op de linkerschouder rustende. Dekkleden: (r) rood, gevoerd van goud, (l) blauw, gevoerd van goud. Wapenspreuk: Virtute et constantia (Met deugd en standvastigheid).
Sinds de verheffing van Johann Conrad Engelbronner, genaamd d’Aubigny von Engelbrunner (IVa, 1729-1817), in de H.R. Rijksadelstand bij diploma van Keizer Frans II (Österreichisches Staatsarchiv, AT-OeStA/AVA Adel RAA 12.6, 25 nov. 1800), wordt dit wapen gevoerd door de takken AA en AB en door het geslacht (Ritter) Von Horstig genannt d’Aubigny von Engelbrunner, dat in de vrouwelijke lijn van hem afstamt. Er zijn lichte varianten: zo wordt bij de eerdere opname in Ned. Patriciaat 5 (1914) de burcht in kwartier II een toren genoemd en heeft deze een puntdak.
De spreuk komt onder andere voor op een randschrift van een lakafdruk van rond 1800 (CBG, lakzegels CB-HAL-EMS). Onbekend is van wie dit lakzegel was.
Zowel de spreuk als kwartier I gaan terug op het wapen van de familie Van (of: Von) Beughem, waaraan de moeder van Johann Conrad Engelbronner in eerste huwelijk geparenteerd was. Kwartier II was het wapen van zijn echtgenote, van de familie d’Aubigny. Kwartieren III en IV en het helmteken gaan terug op het wapen van de Oostenrijkse gebroeders Christoph en Joachim Engelbrunner (Von Engelbrunn) die in 1630 in de Rijksadelstand werden verheven. Verwantschap tussen deze broers en de hier beschreven familie is niet vastgesteld.
Op lakafdrukken van een aantal leden van de uitgestorven tak B (o.a. in de 18de eeuw richters van de hoge heerlijkheid Lichtenberg onder Silvolde) wordt met de wapenfiguren engel en waterput op een persoonlijke manier gevarieerd (CBG, coll. Muschart).
Biografisch
Biografisch portaal
Zoek op 'd’Engelbronner' op de website van het Biografisch Portaal van Nederland.
Website met de genealogie d'Engelbronner: www.engelbronner.nl
Zie voor meer informatie over de naam d’Engelbronner de Nederlandse Familienamenbank.
N.B. De informatie aldaar kan ook een gelijknamige, niet-verwante familie (of families) betreffen.